Voordat een bestemmingsplan in werking kan treden, moet een procedure doorlopen worden. Deze procedure staat beschreven in de Wet ruimtelijke ordening.

Voorbereiding/opstellen voorontwerpbestemmingsplan

Voordat een bestemmingsplan wordt opgesteld, wordt het gebied eerst grondig bestudeerd. Ook wordt geïnventariseerd of er wensen en ideeën voor het gebied liggen die meegenomen kunnen worden. Soms wordt ook ter plaatse een inventarisatie gedaan. Is de inventarisatie gereed, dan wordt begonnen met het opstellen van het voorontwerpbestemmingsplan. Daarbij wordt ook verder onderzocht of de gewenste ontwikkelingen haalbaar én betaalbaar zijn. Is het bijvoorbeeld wel financieel verantwoord om in een bepaald gebied woningen te bouwen? Zijn er ook milieu- of verkeersaspecten waar rekening mee gehouden moet worden. Moet er rekening gehouden worden met archeologie of bodemverontreiniging?

Als alles is onderzocht wordt de toelichting en de regels opgesteld en wordt een plankaart getekend. Uiteindelijk ligt er dan een voorontwerpbestemmingsplan.

Inspraak en vooroverleg

Als het voorontwerpbestemmingsplan gereed is, wordt het plan in inspraak en vooroverleg gebracht.

Vooroverleg houdt in dat voorontwerp-bestemmingsplan aan allerlei overheidsdiensten en belangenorganisaties wordt gestuurd met de vraag of zij in kunnen stemmen met het voorontwerpbestemmingsplan.

Verder beslist het college van burgemeester en wethouders op basis van de gemeentelijke Inspraakverordening of ook inspraak voor het plan nodig is. Als dat zo is, dan wordt op de gemeentelijke website onder officiële publicaties en in de Bode een advertentie geplaatst waarin een ieder wordt uitgenodigd eventueel een inspraakreactie op het betreffende plan in te dienen.

Als het vooroverleg is afgerond worden alle reacties, en ook de eventuele inspraakreacties (als inspraak heeft plaatsgevonden) gebundeld in een zogenaamd inspraakrapport. In dit rapport worden de reacties voorzien van een gemeentelijk standpunt, waarbij gemotiveerd wordt aangegeven op basis of het plan wel of niet wordt aangepast.

Hierna wordt een ontwerpbestemmingsplan opgesteld.

Ontwerpbestemmingsplan/zienswijzen

Het ontwerpbestemmingsplan wordt voor de periode van zes weken ter inzage gelegd. Dit wordt ook weer via een publicatie op de gemeentelijke website onder officiële publicaties en via de Bode bekend gemaakt. Helaas is het niet mogelijk u daarover persoonlijk te informeren. Het is dus handig om iedere week even de publicaties in de Bode na te kijken. Met deze stap begint de officiële bestemmingsplanprocedure. In de periode van 6 weken kan iedereen zijn of haar zienswijze op het plan kenbaar maken bij de gemeenteraad. Dat mag zowel schriftelijk als mondeling.

Vaststelling bestemmingsplan

Het college van burgemeester en wethouders kijkt, onder andere aan de hand van de zienswijzen, of het nodig is het plan aan te passen. Ze legt hierover een voorstel voor aan de gemeenteraad.

De gemeenteraad besluit of ze het bestemmingsplan, al dan niet gewijzigd, vaststellen.

Beroep

Na vaststelling van het bestemmingsplan wordt het bestemmingsplan opnieuw voor zes weken ter visie gelegd. Ook dat wordt weer via de website van de gemeente onder officiële publicaties en via de Bode bekend gemaakt. In deze periode kan een belanghebbende beroep indienen bij de Raad van State in Den Haag.

Inwerking treden

Na afloop van de periode waarin beroep kan worden aangetekend, treedt het bestemmingsplan in werking, tenzij een zogenaamde voorlopige voorziening is aangevraagd bij de Raad van State.

Onherroepelijk

Als de eventuele beroepen door de Raad van State zijn behandeld, wordt het plan onherroepelijk en is er sprake van een zogenaamd vigerend plan. Als geen beroep is ingesteld wordt het plan onherroepelijk na afloop van de zes weken waarin beroep aangetekend kon worden.