Notulen vergadering ARK 9 oktober 2025

Een verslag van de vergadering van het Adviesteam Ruimtelijke Kwaliteit van 9 oktober 2025.

Deel I: Adviezen ruimtelijke-/beeldkwaliteit

Aanwezig:

  • ir. L. Brink, architect, voorzitter
  • ing. P. Meulmeester, secretaris

Calandweg 62 Arnemuiden

  • Voor: Aanbouw bedrijfsgebouw          
  • Advies: Akkoord mits

De Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit beoordeelt aanvragen op basis van de “Nota Ruimtelijke Kwaliteit gemeente Middelburg 2016”. Daarbij dient bij de beoordeling op dit bouwperceel met de volgende criteria rekening te worden gehouden: de vaste criteria en gebied 7 “Industrie”.

Het plan voor het realiseren van een aanbouw tussen twee bedrijfsgebouwen is akkoord mits de aanbouw minimaal één meter terug ligt ten opzichte van de voorgevel van het rechterpand/de belending. En in hetzelfde materiaal als het hoofdvolume wordt uitgevoerd.

Oosterscheldestraat 125 Middelburg

  • Voor: Plaatsen van een dakkapel/nokverhoging
  • Advies: Akkoord mits

De Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit beoordeelt aanvragen op basis van de “Nota Ruimtelijke Kwaliteit gemeente Middelburg 2016”. Daarbij dient bij de beoordeling op dit bouwperceel met de volgende criteria rekening te worden gehouden: de vaste criteria en gebied 3 “De uitbreidingswijken”.

Het plan voor het plaatsen van een dakopbouw/nokverhoging is akkoord mits:

  • De borstwering onder de kozijnen achterwege wordt gelaten. Zet de kozijnen/ramen door tot op het dak zoals bij de dakopbouw op het buurpand;
  • De zijgevels in een ander materiaal (bijvoorbeeld keralit) worden uitgevoerd (geen trespa);
  • De zijgevels in de kleur antraciet worden uitgevoerd (de kleur van de dakpannen);
  • Het gesloten deel in de voorgevel minder breed wordt uitgevoerd en wordt uitgelijnd met het gesloten deel van het kozijn op de eerste verdieping (als bij het buurpand).

Paukenweg 3 Middelburg

  • Voor: Uitbreiden Hotel Van der Valk
  • Advies: Akkoord

De Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit beoordeelt aanvragen op basis van de “Nota Ruimtelijke Kwaliteit gemeente Middelburg 2016”. Daarbij dient bij de beoordeling op dit bouwperceel met de volgende criteria rekening te worden gehouden: de vaste criteria en gebied 4 “Handel en kantoren”.

Het plan voor het uitbreiden van dit hotel voldoet aan de in de nota opgenomen criteria. Het voorstel is akkoord.

Daarbij wordt ervan uitgegaan dat de uitbreiding in hetzelfde materiaal als het hoofdvolume wordt uitgevoerd.

Deel II: Adviezen monumenten/beschermd stadsgezicht/beeldkwaliteit

Aanwezig:

  • ir. L. Brink, architect, voorzitter
  • M. Bimmel, bouwhistoricus, lid
  • Drs. K. Emmens, bouwhistoricus, lid
  • ing. P. Meulmeester, secretaris

Achter de Houttuinen 8 en 10 Middelburg

  • Voor: Uitbreiden Hotel Wood
  • Advies: Aangehouden/op hoofdlijnen akkoord

De Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit beoordeelt aanvragen op basis van de “Nota Ruimtelijke Kwaliteit gemeente Middelburg 2016”. Daarbij dient bij de beoordeling op dit bouwperceel met de volgende criteria rekening te worden gehouden: de vaste criteria en gebied 1 “het Middelburgs profiel”.

De voorzitter opent de vergadering en heet de aanwezigen welkom.

De stedenbouwkundige van de gemeente en de architect lichten het aangepaste plan voor de verbouw van dit pand tot hotel mondeling toe.

De voorzitter bedankt de architect en de stedenbouwkundige voor de toelichting.

De stedenbouwkundige wordt gevraagd, hoe realistisch de aangegeven groenstrook voor de voorgevel is. De stedenbouwkundige acht de kans dat de groenstrook kan worden gerealiseerd klein. Dat zou namelijk een ongewenst precedent scheppen.

De ARK verzoekt daarop, naar aanleiding van dit plan, dergelijke initiatieven tot vergroening van de binnenstad mee te nemen in een (nog op te stellen) specifiek beleidsstuk.

Het aangepaste plan heeft duidelijk aan ruimtelijke kwaliteit gewonnen en is op hoofdlijnen akkoord. Dat de bestaande ritmiek in de voorgevel zo goed als volledig intact blijft wordt als positief ervaren.

Er zijn echter nog enkele onderdelen van het plan die nadere uitwerking en/of aanpassing behoeven:

  • De dakkapellen zijn, vooral op het voordakvlak, te groot en daardoor uit verhouding. Ze verstoren daarnaast ook de verticaliteit van de gevel. Geadviseerd wordt te onderzoeken wat het effect is als de dakkapellen minder breed worden en/of de dakkapellen een positie iets hoger in het dakvlak krijgen. Daarbij wordt verzocht enkele opties/varianten te onderzoeken en voor te leggen.En daarin een mogelijke relatie met de dakkapellen aan de achterzijde te onderzoeken;
  • Laat bij de dakkapellen de Franse balkons achterwege. Een Frans balkon is een wezensvreemd element in het beschermde stadsgezicht van Middelburg;
  • Laat de glazen borstweringen in de gevel achterwege, vervang deze door een metalen hekwerk. De glazen borstweringen spiegelen te veel en komen daardoor te nadrukkelijk/overheersend in beeld;
  • Laat het iets uitstekende kader bij de voormalige entree achterwege. Het nu getekende kader voegt weinig toe aan het gevelbeeld. Geadviseerd wordt juist een accent naar binnen te maken, zoals bij de oorspronkelijke entree het geval was;
  • Breng nog meer rust aan in de achtergevel van de restaurants. Door bijvoorbeeld het boeiboord van het à la carte restaurant meer onderdeel te laten zijn wat betreft materialisatie en kleur van de nieuwbouw van de ontbijtzaal;
  • Zet het wapenschild van de voormalige rijkspolitie, bij wie het gebouw oorspronkelijk in gebruik was, op de voorgevel, boven de oorspronkelijke entree. Of breng het aan op de kopgevel in plaats van op de schoorsteen.

Langevielesingel 16 A Middelburg

  • Voor: Uitbreiden woning
  • Advies: Akkoord

De Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit beoordeelt aanvragen op basis van de “Nota Ruimtelijke Kwaliteit gemeente Middelburg 2016”. Daarbij dient bij de beoordeling op dit bouwperceel met de volgende criteria rekening te worden gehouden: de vaste criteria en gebied 1 “het Middelburgs profiel”.

Het plan voor het uitbreiden van deze woning in het beschermde stadsgezicht voldoet in voldoende mate aan de in de nota opgenomen criteria. Het voorstel is akkoord.

Nieuwepoortstraat 3 Middelburg

  • Voor: Uitbreiden aan achterzijde woning
  • Advies: Aangehouden

De Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit beoordeelt aanvragen op basis van de “Nota Ruimtelijke Kwaliteit gemeente Middelburg 2016”. Daarbij dient bij de beoordeling op dit bouwperceel met de volgende criteria rekening te worden gehouden: de vaste criteria en gebied 1 “het Middelburgs profiel”.

Het plan voor het uitbreiden van deze woning in het beschermde stadsgezicht voldoet grotendeels aan de in de nota opgenomen criteria. De ARK ziet de volgende aandachtspunten die nog aangepast dan wel uitgewerkt en in tekeningen weergegeven dienen te worden:

  • Er natuurlijke materialen, zoals hout, metselwerk, stucwerk, enz. worden toegepast;
  • Er alsnog wordt aangegeven welk materiaal waar wordt aangebracht/gebruikt.

Noordweg 482 Sint Laurens

  • Voor: Reconstructie Molen de Hoop
  • Advies: Niet akkoord

De Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit beoordeelt aanvragen op basis van de “Nota Ruimtelijke Kwaliteit gemeente Middelburg 2016”. Daarbij dient bij de beoordeling op dit bouwperceel met de volgende criteria rekening te worden gehouden: de vaste criteria en gebied 3 “De uitbreidingswijken”.

Inleiding

Het plan betreft de reconstructie van de molenromp van molen “De Hoop”, gelegen aan de Noordweg 482 te Sint Laurens. Sinds 2012 zet het Comité tot Herstel en Instandhouding van Molen De Hoop

(Stichting i.o.) zich actief in voor het herstel van de molen in haar oorspronkelijke vorm als wind aangedreven korenmolen. Dit initiatief heeft geleid tot meerdere planindieningen en overlegmomenten met de gemeente.

In 2018 en 2020 zijn verschillende versies van een reconstructieplan ingediend. Op 7 juni 2018 bracht het toenmalige WARK een voorwaardelijk positief advies uit, waarin onder meer werd gewezen op het belang van het behoud van het hybride binnenwerk, de positionering van de nieuwe bebouwing en het zichtbaar houden van restanten van het pakhuis. Op 7 mei 2020 sprak het WARK opnieuw waardering uit voor het initiatief en stemde in met het plan, onder voorwaarden ten aanzien van architectuur, gevelopeningen, detaillering en archeologie.

Op verzoek van de gemeente heeft de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) op 9 maart 2023 advies uitgebracht. De RCE waardeert het enthousiasme van het initiatief, maar stelt dat het plan, met name het aanbrengen van een stelling en wieken, een ernstige inbreuk vormt op de cultuurhistorische waarden van het monument. De molenromp is van bijzondere waarde vanwege de gaaf bewaarde moderne maalinrichting uit circa 1944, die een zeldzaam voorbeeld vormt van de overgang van windkracht naar mechanische aandrijving. Ook het pakhuis uit de jaren zestig draagt bij aan deze historische gelaagdheid. De RCE heeft aangegeven dat zij bij een formele vergunningaanvraag op basis van dit plan zal adviseren de vergunning niet te verlenen.

Er zijn in de afgelopen jaren meerdere bouwhistorische onderzoeken uitgevoerd. In 2014 werd een quickscan opgesteld. De gemeente heeft in 2024 aan J.A. van der Hoeve opdracht verstrekt een bouwhistorische verkenning met waardenstelling op te stellen

Aangezien het plan voorziet in een reconstructie van een rijksmonument, is er sprake van een advies plichtige aanvraag waarvoor ook de RCE om advies gevraagd wordt en de uitgebreide procedure wordt gevolgd.

Geschiedenis molen

Molen De Hoop te Sint Laurens staat op een verhoogde molenbelt die al sinds de middeleeuwen in gebruik is. In 1426 wordt gesproken over een “molenwerf achter Sint Laurens”, waar een standerdmolen stond die als dwangmolen functioneerde. In 1721 werd deze vervangen door een ronde stenen stellingmolen, één van de oudste die in Zeeland bewaard is gebleven. De molen bleef tot in de 20e eeuw grotendeels in oorspronkelijke vorm behouden, met enkele technische aanpassingen. Rond 1922 werd een hulpkrachtmotor geplaatst, vermoedelijk een armgasmotor, die later werd vervangen door een dieselmotor. Deze stond naar verluidt buiten de molen, mogelijk in een bijgebouw.

In januari 1943 werd een vergunning verleend voor het plaatsen van een elektromotor van 15 PK, waarmee de dieselmotor werd vervangen. Op 30 december van dat jaar brak brand uit in de kap doordat de vang heet liep. De molen brandde volledig uit. Herbouw bleek in oorlogstijd lastig vanwege de bouwstop die in 1942 was ingesteld door de bezetter. De overgebleven romp werd daarom op eenvoudige wijze ingericht als mechanische maalderij, met een elektrisch aangedreven maalwerk afkomstig uit Geertruidenberg.

In 1961 werd aan de molen een pakhuis toegevoegd, bestaande uit een tweelaags hoofdvolume met zadeldak dat één geheel vormt met de eenlaags aanbouw onder een lessenaardak. Delen van de oorspronkelijke bijgebouwen, zoals de paardenstal, zijn geïntegreerd in deze nieuwbouw. Het maalbedrijf bleef tot circa 1990 in gebruik.

Waardestelling molenromp

De molenromp, gebouwd in 1721 als stenen stellingmolen, verving een oudere standerdmolen en vormt een zeldzaam en goed afleesbaar voorbeeld van de ontwikkeling van het maalbedrijf in Zeeland. De romp toont duidelijke bouwsporen van aanpassingen vanaf de 18e eeuw, waaronder dichtgezette vensters, ankers die verwijzen naar zolderindelingen, en sporen van de verdwenen stelling. Deze sporen maken het mogelijk om de oorspronkelijke opbouw en latere transformaties van de molen goed te reconstrueren.

De molenbelt en de situering aan de afslag naar Sint Laurens versterken de cultuurhistorische waarde als herkenningspunt in het landschap. De gevels van de molenromp hebben hoge waarden vanwege de originele opbouw, het metselwerk en de afleesbare bouwsporen. De draagconstructie, bestaande uit gemetselde muren en houten vloeren met stalen onderslagbalken, is functioneel en historisch waardevol. De stervormige balklaag van de kap verwijst naar de oorspronkelijke achtzijdige kap, waarvan de huidige platte afdekking als indifferent wordt beschouwd.

Bijgebouwen

De paardenstal, vermoedelijk uit de late 19e eeuw, is nog goed afleesbaar en vormt een essentieel onderdeel van het historische maalbedrijf. Paarden speelden een belangrijke rol in transport en landbouw. De gevels en bouwmassa van de stal hebben hoge waarden. Delen van het muurwerk zijn opgenomen in het pakhuis, wat de samenhang binnen het complex versterkt.

De varkensstal is grotendeels verloren gegaan en wordt als ruïne beschouwd. De latere betonnen garage (na 1966) verving deze functie, maar heeft indifferente waarden door de gestandaardiseerde bouw en het ontbreken van historische samenhang. De garage is inmiddels gesloopt.

Pakhuis

Het pakhuis uit 1961 is een functionele uitbreiding van de maalderij en weerspiegelt de schaalvergroting en modernisering van het maalbedrijf in de wederopbouwperiode. Het gebouw is ontworpen door de Stichting Bouwbureau voor de Landbouw in Zeeland en heeft hoge waarden vanwege de herkenbare bouwstijl, de functionele relatie met de maalderij en het emaillen reclamebord dat herinnert aan de oorspronkelijke functie.

De gevels en draagconstructie van het pakhuis zijn grotendeels origineel en hebben hoge tot positieve waarden. De indeling is afgestemd op de productieprocessen, met kenmerkende elementen zoals schuifdeuren en betonnen vensters. De tussenwand die hoofd- en bijgebouw scheidt en de balklagen zijn eenvoudiger uitgevoerd, maar dragen bij aan de afleesbaarheid van de oorspronkelijke opzet.

Interieur

Het interieur van de molen is functioneel en industrieel van karakter, met eenvoudige afwerkingen zoals pleisterwerk en kalkwitsel. Deze afwerking heeft hoge waarden vanwege de authenticiteit en de zichtbare gebruikssporen die getuigen van langdurig en intensief gebruik. De balklagen zijn onbeschilderd, met restanten van verfwerk die wijzen op hergebruik van materialen.

De maalinstallatie vormt de kern van het interieur en is verdeeld over drie bouwlagen:

  • Begane grond: elektromotor met ster-driehoekschakelaar, balans, drijfassen, drijfwielen en drijfriemen (zelfsmerend), mengketel en hamermolen met stortkoker en zuigbuis.
  • Eerste verdieping (maalzolder): dubbele maalstoel met twee maalkoppels in steenkuipen, dubbele karen, meel-uitstort, steenkraan en buil met elektromotor.
  • Tweede verdieping (luizolder): hijsinstallatie met luiken, elektromotor en vang, en een wanmolen met stortkokers.

Deze onderdelen zijn grotendeels intact en hebben hoge cultuurhistorische waarde als goed bewaard en steeds zeldzamer wordende representant van een gemechaniseerde maalderij uit de wederopbouwperiode. De indeling van de molen is volledig afgestemd op deze installatie, wat de samenhang tussen gebouw en functie versterkt.

Voorgestelde werkzaamheden bij reconstructie:

Hieronder zijn kort samengevat de werkzaamheden aangegeven die tijdens de reconstructie zullen plaatsvinden. Tijdens de werkzaamheden dienen er, volgens het bestek, meerdere historische interne onderdelen, verplaatst of opgeslagen te worden op een nader aangegeven locatie:

  • De sloop van het huidige dak, pakhuis, luizoldervloer en verlagen (afzagen) van enkele van de onderdelen die behoren bij de 20e-eeuwse maalderij;
  • Het aanbrengen van een nieuwe betonnen ringbalk rond de molenvoet;
  • Het herstel van de romp, waaronder scheuren, voegwerk, herstel/vervangen kozijnen, open      maken van de dichtgezette noord poort, herstellen zuidpoort;
  • Herstellen betonvloer begane grond met een sleuf met beloopbaar glas aanbrengen t.b.v. vroegere mechanische aandrijving;
  • Ontpleisteren/reinigingen (niet ademend) pleisterwerk en nieuw (ademend) pleisterwerk aanbrengen;
  • De reconstructie van de kap, staart, stelling en wieken;
  • Het aanbrengen van een wiekenkruis;
  • Het aanbrengen van een compleet gaande werk inclusief een magneet generator;
  • Herstellen van de stallen en de machinekamer, hierbij komt de huidige mestkuil te vervangen (voor machinekamer zie oude tekening op pagina 73 bestek);
  • Herstellen onderdelen elektrische gedreven maalderij

De molen zal, volgens het bestek, na reconstructie de vorm en functie terugkrijgen waar deze in 1721 voor is gebouwd namelijk een maalvaardige door wind aangedreven korenmolen. De in de molen aanwezige maalderijonderdelen zullen daarbij volgens het bestek worden gerespecteerd en bedrijfsvaardig gerestaureerd.

Overwegingen ARK

Het is positief dat er een initiatief ligt voor de restauratie van de molenromp. De aandacht voor hergebruik van de ruimtes en het behoud van het historische maalsysteem sluit aan bij het belang van het levend houden van het industrieel erfgoed op deze locatie. Tegelijkertijd bevat het voorliggende ontwerp verschillende ingrepen, waardoor hooggewaardeerde monumentwaarden verloren gaan.

Zo leidt de voorgenomen sloop van het pakhuis niet alleen tot het verlies van een waardevol gebouw uit de wederopbouwperiode, maar ook tot het verdwijnen van de hijsvoorzieningen die daarin zijn opgenomen en onlosmakelijk bij de maalderij behoren.

De reconstructie van de machineruimte roept bovendien vragen op, omdat niet met zekerheid vaststaat dat deze ruimte ooit is uitgevoerd als getekend op de vergunningsaanvraag van de Hinderwet uit 1942. Er is wel een foto beschikbaar (jaartal onbekend, zie figuur 4) waarop een bijgebouw aan de achterzijde en een garage aan de zijkant zichtbaar zijn, maar deze garage steekt verder uit dan op de plattegrond getekend en de gevel van de machineloods lijkt meer haaks op de molen te staan. Daarnaast betekent de reconstructie van de machineruimte dat de oorspronkelijke mestkuil, met positieve waardenstelling, verdwijnt.

In de molen zelf zijn er zorgen over de omgang met enkele bestaande onderdelen. Zo wil men de steenkraan verplaatsten en vervangen door een nieuw exemplaar. Een vergelijkbare situatie doet zich voor bij de oude stellingsdeuren, die niet worden teruggeplaatst terwijl nieuw gemaakte exemplaren wél onderdeel worden van het ontwerp. Beide keuzes hebben tot gevolg dat waardevolle, nog aanwezige onderdelen zonder duidelijke noodzaak worden ingeruild voor reconstructies, wat afbreuk doet aan de authenticiteit van het geheel.

Ook het herstel van de noordpoort is niet wenselijk, omdat de bestaande dichtzetting juist in de waardestelling als positief is beoordeeld (groen aangegeven op de waarderingskaarten). Het wegbreken van die dichtzetting betekent het verlies van een belangrijke getuige van een latere bouwfase en van de afleesbaarheid van tijdslagen. Daarnaast is er zorg over de voorgenomen verwijdering van de pleisterlagen. In het bestek staat beschreven dat de bestaande cementpleisterlagen worden verwijderd en vervangen door een nieuwe ademende pleisterlaag. Hoewel het uitgangspunt van een meer passende afwerking begrijpelijk is, bestaat het risico dat bij verwijdering van de huidige lagen veel bouwsporen verloren gaan en de bakstenen beschadigen.

Het voorliggende ontwerp voorziet in een reconstructie van de molenromp naar zijn 18e-eeuwse verschijningsvorm, waardoor de waardevolle naoorlogse laag volledig wordt opgeofferd. Juist de combinatie van de oorspronkelijke molenromp met de latere maalderij-inrichting en het pakhuis vormt een uniek geheel binnen het Zeeuwse industrieel erfgoed en is ook op landelijke schaal zeldzaam te noemen. Op basis van de huidige plannen gaan belangrijke historische lagen verloren en verdwijnen de afleesbare tijdslagen van het monument.

Advies ARK

De commissie concludeert, mede naar aanleiding van de recent opgestelde waardering/waardenstelling dat de molenromp, in zijn huidige vorm en inclusief aanbouwen, een hoge historische waarde heeft en ook landelijk gezien een zeldzaam voorbeeld is van een mechanisch/elektrisch aangedreven maalinrichting. De molenromp met aanbouwen en inwendig elektrisch aangedreven maalinrichting is ook als zodanig aangewezen als rijksmonument.

Het voornemen tot reconstrueren van de molenromp, met elektrisch aangedreven maalinrichting en aangebouwd pakhuis, naar een volledig door de wind aangedreven molen grijpt terug naar een tijdsbeeld van (ver) voor de aanwijzing als rijksmonument en gaat ten koste van de hiervoor genoemde hoge historische waarden.

Om van de huidige molenromp een werkbare, door wind aangedreven, molen te kunnen maken moeten er onder andere aanpassingen aan het mechanische maalwerk worden aangebracht en moet het aangebouwde pakhuis worden gesloopt. Beide ingrijpende voorstellen vormen een ontoelaatbare aantasting van de huidige, en in zijn huidige vorm als rijksmonument aangewezen, molenromp. De commissie adviseert negatief op het nu voorliggende voorstel. Het voorstel/plan tot reconstructie van de molenromp is niet akkoord.

Tot slot verzoekt de commissie aan de eigenaar om stappen te zetten om tot een duurzame conservering van de huidige molenromp, inclusief maalinrichting en aanbouwen, te komen en te zoeken naar mogelijkheden om het complex weer te laten functioneren. Langdurige leegstand is niet bevorderlijk voor het behoud van het rijksmonument.

Spanjaardstraat 43 Middelburg

  • Vernieuwbouw Rijksmonument 'De Hope'
  • Advies: Aangehouden

De Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit beoordeelt aanvragen op basis van de “Nota Ruimtelijke Kwaliteit gemeente Middelburg 2016”. Daarbij dient bij de beoordeling op dit bouwperceel met de volgende criteria rekening te worden gehouden: de vaste criteria en gebied 1 “het Middelburgs profiel”.

Achtergronden bij het plan

Het voorliggende plan betreft een ingrijpende herontwikkeling van het bijgebouw van het rijksmonument ‘De Hope’ aan de Spanjaardstraat 43, alsmede het slopen van enkele interieuronderdelen van het hoofdgebouw.

Het hoofdgebouw van Spanjaardstraat 43 dateert vermoedelijk uit het einde van de 16de of het begin van de 17de eeuw, met een oorspronkelijke opzet van twee bouwlagen en een kap haaks op de voorgevel. Door ingrijpende verbouwingen, met name rond 1939, is veel van de oorspronkelijke opzet aangepast. Hierbij is een nieuwe, volgens de ARK inmiddels ook waardevolle tijdslaag toegevoegd. Dat beeld wordt voor een groot deel beschreven door de aangeleverde bouwhistorische verkenning, die echter de tijdslaag uit 1939 als indifferent kwalificeert.

Door de afdeling Leefomgeving is aangegeven dat de uitbouw/aanbouw moet worden voorzien van een kap. Dit uitgangspunt neemt de ARK over.

Toelichting

De voorzitter heet de aanwezigen welkom en geeft daarna het woord aan de ontwerper en de eigenaar, die het plan mondeling toelichten.

De ontwerper licht onder andere toe dat de huidige trap, die evenals de omkasting behouden blijft, deels onbegaanbaar is. Het voorstel is in het bovenste deel van de trap twee extra traptreden aan te brengen om dat probleem op te lossen. Ook wordt door hem aangegeven dat diverse interieurelementen, waaronder de stoflatjes aan het plafond, geen of slechts een geringe historische waarde zouden hebben.

De commissie merkt op dat niet in alle gevallen duidelijk is hoe de voorgestelde aanpassingen/ingrepen in/aan het pand eruit komen te zien en welke impact ze hebben op de historische waarden van het pand.

Zo begrijpt de commissie dat er een oplossing moet komen voor het onbruikbare deel van de trap, dat verhoogt de toekomstwaarde van het pand en is dus in het belang van het monument. Echter nu is uit de aangeleverde tekeningen/stukken niet duidelijk op te maken hoe die oplossing eruit komt te zien.

Verzocht wordt dat met doorsnedetekeningen en details duidelijk te maken.

De commissie heeft daarnaast de volgende opmerkingen, adviezen:

  • Het plafond in de woonkamer moet worden behouden, inclusief de “stoflatjes” indien deze historisch waardevol zijn;
  • De borstwering, inclusief het kozijn, op de begane grond in de achtergevel dient behouden te blijven;
  • De kastenwanden, zowel in de gang als in de achterkamer aan weerszijden van de schouw, dienen vooralsnog behouden te blijven. De bouwhistorische verkenning en de mondelinge toelichting daarop, door de opsteller van die verkenning, spreken elkaar tegen. Daar kan een bezoek ter plaatse wellicht uitsluitsel over geven;
  • De bestaande uitbouw is uit historisch oogpunt waardevol genoeg om deels, in ieder geval het gangdeel, te behouden. Onderzoek of een deel van de uitbouw kan worden geïntegreerd in de voorgestelde vernieuwbouw;
  • Besteed extra aandacht aan de aansluitingen op de belendingen omdat de aanbouw moet worden voorzien van een kap. En maak deze inzichtelijk;
  • Geef aan hoe wordt omgegaan met isolatie, gevelherstel, herstellen van balkkoppen, enz.

De commissie merkt daarnaast op dat, ondanks het relatief grote aantal aanpassingen/ingrepen aan/in het pand, er nog steeds sprake is van een historisch waardevol pand. De verschillende tijdslagen dragen bij aan de gelaagdheid van een pand zoals dat bij de meeste monumenten/historische gebouwen het geval is. De samenstelling van vrijwel geen enkel ouder pand dateert namelijk nog louter en alleen uit de eerste fase. En dat zou het uitgangspunt moeten zijn om de nog aanwezige historische elementen zo veel mogelijk te behouden.

Om enige vaart in het plan te houden stelt de commissie voor het pand nogmaals te bezoeken om de gemaakte opmerkingen ter plekke te bekijken en tot een definitief advies te kunnen komen. Voor een dergelijk bezoek dient dan wel de gevraagde tekening, de gevraagde informatie te zijn aangeleverd (ongeveer een week voor de afspraak).

Stationsplein 7 Arnemuiden

  • Advies: Niet akkoord 

De Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit beoordeelt aanvragen op basis van de “Nota Ruimtelijke Kwaliteit gemeente Middelburg 2016”. Daarbij dient bij de beoordeling op dit bouwperceel met de volgende criteria rekening te worden gehouden: de vaste criteria en gebied 2 “De nieuwe dorpskernen”.

Het plan omvat diverse werkzaamheden aan het rijksmonument Stationsgebouw in Arnemuiden, onderverdeeld in onderhoud, herstel en vervanging van raamkozijnen ten behoeve van het aanbrengen van dubbelglas.

De commissie adviseert negatief over het voornemen om een groot deel van de ramen te vervangen. Behoud/herstel gaat ook in dit geval voor vervanging. Ook het toepassen van “Wiener sprossen” is niet akkoord.

Het toepassen van vacuümglas/monumentenglas in de bestaande ramen is wel akkoord evenals enkele ramen weer te voorzien van roeden. En ook het vervangen van de kleinere ramen, kozijn merk 07 en kozijn merk 18, en het vervangen van het glas in kozijn merk 17 is akkoord.

Voor de voorgestelde herstelmethodiek van de scheuren in de muren, het pleisterwerk, wordt aanvullende motivatie/onderbouwing gevraagd. Wellicht is injecteren van de scheuren een optie.

Tot slot wordt verzocht een bouwhistorische verkenning/onderzoek van het pand te laten opstellen.