Tijdens de dodenherdenking op het Abdijplein heeft burgemeester Fränzel een toespraak gehouden. Deze kunt u integraal teruglezen, evenals gedicht voorgedragen door stadsdichter Michael van Oostende en leerlingen van Nehalennia SSG.

Dames en heren, jongens en meisjes,

Ik ben dankbaar dat ik hier vanavond in vrijheid kan staan, samen met u. Fijn dat u met zovelen bent gekomen.

Vandaag herdenken we op de eerste plaats de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog in Europa en in Nederlands-Indië. Mensen die de dood vonden in de strijd op de slagvelden en tijdens de bombardementen. De dwangarbeiders die sneuvelden in de werkkampen. Onze helden uit het verzet, die standrechtelijk werden geëxecuteerd. Het leed van Roma, Sinti, verstandelijk beperkten en homoseksuele mannen en vrouwen. En het onvoorstelbare aantal van zes miljoen Joden die werden vermoord in concentratiekampen.

We herdenken vanavond ook alle burgers en militairen die omkwamen in oorlogssituaties en tijdens vredesmissies waarbij Nederland betrokken was na 1945. Want sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog, nu bijna 80 jaar geleden, is er wereldwijd helaas geen dag zonder oorlog geweest.

Voor ons Nederlanders, hebben de jaren van oorlog en bezetting duidelijk gemaakt wat het is als de democratie terzijde wordt geschoven. Als rechten en vrijheden van burgers worden afgenomen. Wat er gebeurt als groepen mensen worden buitengesloten, vervolgd en vermoord. Beseffen we ons dat onderdrukking en oorlog altijd het gevolg zijn van menselijk handelen? En dat vrijheid broos is – ook op ons eigen continent. Ook in de 21e eeuw.

Daarom is het belangrijk aandacht te blijven hebben voor de littekens die de Tweede Wereldoorlog achterliet en die nog steeds zichtbaar zijn in onze samenleving. Door je daarvan bewust te zijn, realiseer je je dat vrijheid een kostbaar – zwaar bevochten – goed is. De littekens van de oorlog zijn soms als namen gebeiteld in steen. Als beelden gegoten in brons. Of zoals hier, op dit plein, gegraveerd in de plaquette die achter mij hangt. Daarop staan vele namen van inwoners van Middelburg die tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn gesneuveld. Hun namen zijn onuitwisbaar in het metaal gekerfd. Hun verhalen té waardevol om te vergeten.

Graag breng ik daarom vanavond een aantal van deze namen tot leven. Van mensen die tijdens de oorlog de handen ineensloegen, zich verzetten tegen de onderdrukking en streden voor onze democratie.

Mensen als Fons van Beest. Hij begon al in de zomer van 1940 een Walcherense verzetsgroep, bestaande uit tien mannen en vrouwen. De groep legde contact met Engeland en begon inlichtingen te verzamelen. Ook hielden ze zich bezig met het begeleiden en huisvesten van onderduikers, waaronder Joden. De verzetsgroep werd in 1942 verraden en opgerold. Fons van Beest zelf overleed tijdens een huiszoeking door de Sicherheitsdienst. Een aantal leden van de verzetsgroep werd opgepakt en later op de Leusderheide gedood. Al hun namen staan op de plaquette achter mij gegraveerd: Fons van Beest, Leen Hoogenboom, Gerard en Piet de Pagter, Bram Pouwer en Kees Sturm.

Niet alleen op dit plein, maar ook elders in Middelburg zijn herinneringen te vinden aan bijzondere daden van verzet. Zoals het bordje dat aan de buitenmuur van Dam nummer 10.

In dat huis woonden tijdens de oorlog Elizabeth en Jan van Leeuwen. Hun dochter Betsie studeerde in Amsterdam. Van daaruit bracht zij Joodse kinderen naar Middelburg en liet ze bij hen thuis onderduiken. Dat was des te moediger, omdat hun huis pal naast het hoofdkwartier van de Duitsers stond. Soms zat de familie gewoon samen met de Joodse kindjes in de tuin. Dam nummer 10 werd een belangrijk doorgangs- en onderduikadres. De spil daarvan waren Betsie van Leeuwen en de rest van het gezin.

Het verhaal van Betsie is nauw verwant met de struikelstenen die u kunt vinden bij de straat Lange Delft 123. Daar woonde de Joodse familie Jacobson. Betsie kreeg een relatie met de oudste zoon, Paul. Toen het voor Betsie en Paul te gevaarlijk werd in Middelburg, sloegen ze samen op de vlucht. Uiteindelijk belandden ze in Colijnsplaat. Daar werden ze liefdevol opgenomen in een domineesgezin en vierden daar de bevrijding. Maar de vreugde was voor Paul van korte duur. Hij ontdekte dat de rest van zijn gezin in Auschwitz was vermoord. Zijn ouders Karel en Johanna. Zijn broertje Robert. Zijn zusjes Karla en Anne. Al wat van hen rest, zijn vijf struikelstenen – gemetseld in het plaveisel van onze winkelstraat.

Ook vandaag de dag zijn er mensen als Fons van Beest en Betsie van Leeuwen. Mensen die in verzet durven te komen, moed tonen en opkomen voor anderen. Die hun leven in de waagschaal stellen voor het hoogste goed: vrijheid. Het doet ons beseffen dat vrijheid, grondrechten en veiligheid niet vanzelfsprekend zijn. Dat we ons moeten bekommeren om al diegenen die niet in vrijheid leven. Want we kunnen zelf alleen ten volle van vrijheid genieten, als anderen ook in vrijheid leven.

In Nederland sterft langzaam de generatie uit die ons aangrijpende verhalen uit de oorlog kan vertellen. Toch blijft, deze dodenherdenking nog altijd waardevol. Want hoewel ik zelf de oorlog niet heb meegemaakt, en velen hier vanavond ook niet, nemen wij vol plichtsbesef het stokje van de 4 mei-herdenking over. Met z’n allen realiseren we ons dat het feit dat wij hier vanavond staan, straks rustig naar huis lopen en de draad van ons leven weer oppakken, is te danken aan allen die voor onze vrijheid hebben gestreden. De vrijheid van vandaag, maar ook die van de toekomst.

Laten wij nu de slachtoffers van onderdrukking en geweld tijdens de Tweede Wereldoorlog en al die jaren daarna, herdenken.

Gedicht van stadsdichter Michael van Oostende voorgedragen tijdens de dodenherdenking op het Abdijplein in Middelburg.

Voicemail van een verleden

tuut tuut tuut
dit is de voicemail van mij
ik ben er niet meer

en ik wist dat je weer zou bellen
ieder jaar op datzelfde tijdstip
om mijn stem te horen

maar ik heb je mijn stilte nagelaten
die stilte van toen ik naar boven keek
hopend op de vrijheid die jij nu voelt
die klinkt straks oorverdovend stil
luister maar

na de piep
met de telefoon nog tegen je oor
het enige dat je hoort
je eigen ademhaling
en hoe mijn daden
daarin nagalmen

laat geen boodschap achter
want woorden hangen halfstok
wapperen zwijgzaam in de wind
als herinnering aan wie ik was

wees maar stil
en denk aan mij
na de piep

piep

Gedicht geschreven en voorgedragen door Nabila Jabir, leerling Nehalennia Stedelijke Scholen Gemeenschap.

Een wens

Een wens voor vrede,
ver en dichtbij,

Waar men leeft in harmonie,
zij aan zij.

Waar liefde en geluk de belangrijkste zijn.
Geen oorlog, geen verdriet, geen pijn.

Deze wens,
zo groot en zo vrij,

is wat ik droom,
voor jou en voor mij.

Een wereld waarin ieder kind lacht,
vol hoop, vol dromen, vol kracht.

Gedicht geschreven en voorgedragen door Seb Sassenburg, leerling Nehalennia Stedelijke Scholen Gemeenschap.

De man aan het roer

De man aan het roer
brengt de boot over zee
Soms verbaast het me echt
hoeveel mensen met hem mee

Verplaatsen en bewegen
of alles tegelijk
Maar dan denk ik aan de massa
en begrijp ik het gelijk

Hoeveel mensen
nietsvermoedend
meegaan met hun eigen
waarheid
En vergeten te bekijken
naar wat onecht en wat waar is

En dan zie ik alle tranen
en dan vraag ik me af
Had toch maar gesteund op de
juistheid
En niet die van jezelf